De eerste Belgische tentoonstelling en het werk van Kris Martin (°Kortrijk 1972) in kernwoorden: tijdloos, vergankelijkheid, gelaagdheid, pretentieus, ruimte. Zijn werken zijn statements met een knipoog naar Damien Hirst, Vincent van Gogh, Panamarenko, Ai Wei Wei voor de vorm. Voor de gelaagde inhoud zorgt hij zelf. De tentoonstelling wordt best met een gids bezocht want… bij Kris Martin is niets wat het lijkt…
bij Kris Martin is niets wat het lijkt…
In een metalen bol zit een ontploffingsmechanisme dat in werking treedt 100 jaar na de creatie zodat de mensheid zich hem nog zal herinneren.. Bottines à la van Gogh gevonden in de westhoek mét een afgerukte voet en bovenop het beenbot ligt het goudstukje voor Hades om de veertocht naar de overkant te betalen. Een minuscule stervende gouden bij in zeer grote ruimte doet ons nadenken over ecologie vs vergankelijkheid. Een luchtballon wordt gevuld met koude lucht en vult de volledige ruimte.
De schedel van de artiest werd ge-3D-scand en uitgewerkt in edele metalen: de allereerste schedelafdruk van een levende artiest. Een reuzegrote Chinese vaas bewerkt met Kintsugi-techniek, evenwel niet gelijmd met goud maar met hars. Adam en Eva die onmin hebben en de bezoeker triggeren om de reden.. Het gelaste kader van Lam Gods-triptiek maakt duidelijk hoe de vorm op zich herkenbaar is.. En ik werd getroffen door een geheel met teksten uit 17 godsdiensten, met 1 gemeenschappelijk punt: het eindpunt…
Een reuzegrote Chinese vaas bewerkt met Kintsugi-techniek, evenwel niet gelijmd met goud maar met hars.
Deze Chris Martin demonstreert vakmanschap en doordachtheid doch ontroert zelden, doet nadenken, shockeert bij wijlen en geeft de indruk van een groot ego.
Bij nader nadenken: is het niet daardoor dat een kunstenaar zichzelf etaleert aan het grote of kleine publiek?
Comments are closed.